Herinvoering van de gewone investeringsaftrek voor kmo’s

Eind 2013 werden er traditiegetrouw nog enkele fiscale nieuwigheden doorgevoerd. Een daarvan is de terugkeer van de gewone investeringsaftrek voor kleine vennootschappen. Wij evalueren de (nieuwe) maatregel.

Waarom herinvoeren ?

Vanaf aanslagjaar 2007 is het tarief van de gewone investeringsaftrek op nul gezet om de budgettaire impact van de invoering van de notionele interestaftrek te temperen. Daardoor bleef enkel de gewone investeringsaftrek (3 %) over voor investeringen in herbruikbare verpakkingen.

De regering heeft echter ingezien dat het in deze tijd belangrijk is dat kmo's een incentive krijgen om opnieuw meer te investeren. Daarom wordt de gewone investeringsaftrek voor de jaren 2014 en 2015 'heringevoerd'. Het nieuwe tarief bedraagt 4 %.

De (nieuwe) gewone investeringsaftrek kan enkel eenmalig toegepast worden. De kmo kan dus niet opteren voor een gespreide investeringsaftrek.

De aftrek mag niet worden gecombineerd met de notionele interestaftrek.

Voor wie ?

De regeling wordt enkel heringevoerd voor kmo's. Met andere woorden voor vennootschappen die 'klein' zijn volgens de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen. Voor de duidelijkheid herhalen we het nog een keer: kleine vennootschappen zijn vennootschappen die voor het laatste en het voorlaatste afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:

balanstotaal: 3.650.000 EUR;

jaaromzet exclusief btw: 7.300.000 EUR;

jaargemiddelde personeelsbestand: 50.

Van zodra een vennootschap 100 werknemers tewerkstelt, wordt zij als een grote vennootschap aanzien. Bovenstaande criteria moeten op geconsolideerde basis worden beschouwd: dat wil zeggen dat het geen zin heeft om een 'grote' vennootschap kunstmatig te splitsen in kleine 'vennootschapjes'. De kleine verbonden vennootschappen, worden immers samengenomen.

Voor welke investeringen?

Om recht te hebben op de gewone investeringsaftrek, moet de vennootschap investeren in materiële en immateriële vaste activa die tijdens het boekjaar in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand zijn gebracht en in België worden gebruikt voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid.

Bovendien moeten de investeringen slaan op de werkelijke economische activiteit van de vennootschap: er moet een rechtstreeks verband bestaan met de hoofdactiviteit van de onderneming. Investeringen die wel voor de beroepswerkzaamheid kunnen worden gebruikt, maar niet rechtstreeks daarvoor worden gebruikt komen niet in aanmerking voor de maatregel. Zo zullen bv. investeringen in onroerende goed bestemd voor de huisvesting van de bedrijfsleider van de eerste categorie (zaakvoerder, bestuurder) uit de boot vallen.

Overdraagbaar naar het volgende belastbare tijdperk

Als de kmo onvoldoende winst heeft om deze heringevoerde gewone investeringsaftrek toe te passen, mag het saldo overgedragen worden. De overdraagbaarheid wordt wel beperkt: enkel overdracht naar het volgende belastbare tijdperk is mogelijk. Als de overgedragen aftrek ook dan niet kan worden gebruikt, gaat hij verloren.

Nota bene: de verhoogde investeringsaftrek

Naast de 'gewone investeringsaftrek' die op nul was gezet, bleef er nog wel een verhoogde investeringsaftrek van kracht voor enkele specifieke investeringen (milieuvriendelijke en energiebesparende investeringen, zeescheepvaart, rookafzuigsystemen en daar bovenop, maar enkel voor kmo's: beveiliging van beroepslokalen en bedrijfsvoertuigen).

home
portaal
Tel +32 (0)59 50 48 20
Fax +32 (0)59 70 60 19
Erkenning BIBF : 70147972
E-mail informatie@ostenddata.be